De IKK-uitgangspunten worden door iedereen ondersteund. Het kind beter volgen, vaste gezichten op de groep, een mentor voor elk kind. Tegelijkertijd lopen pm’ers, locatiemanagers, maar ook directies, tegen organisatorisch onpraktische en strakke regels aan.
Ik was recent bij een informatiebijeenkomst van het projectteam implementatie IKK van SZW en GGD GHOR. Aanvankelijk leken de managers geïntimideerd door de vloedgolf van regels die over hen heen kwam. Maar na een tijdje kwamen toch voorzichtig de kritische vragen los. Twee vaste gezichten op de groep, prima. Maar hoe zit het dan met de toezichthouders? Zou het niet prettig zijn als je als kinderopvangorganisatie ook ‘vaste’ inspecteurs zou zien voor een continue dialoog? De vaste-gezichtenregeling werpt sowieso obstakels op in de praktijk. Een kinderopvangorganisatie stelde: ‘Mijn twee vaste gezichten melden zich tegelijkertijd ziek. Ik kan niet aan de wettelijke verplichtingen voldoen. Dus regel ik twee vaste invallers voor vijf dagen per week. Maar wat zegt de GGD? Je hebt niet voldaan aan de regels.’
Kunnen we dit niet praktischer insteken? In Duitsland bestaat ook een vaste-gezichtenregeling, maar deze geldt ‘in principe’. Je mag bij kortdurende ziekte/vakantie ervan afwijken.
Of neem de 3 uursregeling: daar zou je in de praktijk soms wat handiger mee willen schuiven. Een pragmatische vertaling van de regels zou enorm helpen om draagvlak te realiseren voor de IKK-kwaliteitsslag. Waarom zo strak? Er hebben toch twee brancheorganisaties aan tafel gezeten bij de voorbereiding van de wetgeving; hebben de convenantpartijen de gevolgen voor de werkvloer onderschat?
Tijdens de informatiebijeenkomst werd uiteraard ook gevraagd hoe de GGD hierop gaat toezien. De landelijke GGD GHOR is niet de ‘baas’ van de GGD’en. Zij geeft dringende, maar geen dwingende adviezen. De 26 GGD’en controleren kindercentra in hun regio, rapporteren aan 380 gemeenten en vervolgens bepaalt elke gemeente wat er met een negatieve rapportage gebeurt. De handhaving kan dus variëren. De ene gemeente zal bij het vaste-gezichtenvoorbeeld zeggen: je had twee zieken, dat zijn verzachtende omstandigheden. Je hebt gedaan wat je kunt als kinderdagverblijf. Terwijl een andere gemeente een rode kaart trekt. Willekeurigheid in handhaving is natuurlijk wel het laatste waar we op zitten te wachten met al die nieuwe regels.
Dit overigens in tegenstelling tot de Onderwijsinspectie die wél landelijk en dus niet per gemeente is geregeld. Kan het ook anders? De IKK, mag het ietsje praktischer? Ik hoor graag uw mening. Elke e-mail krijgt antwoord.
Peter van Zijl (43) is vader van drie dochters en al jarenlang klant van de kinderopvang. Hij is ook eigenaar van Pelosa (software voor organisaties die actief zijn voor het jonge kind, met name in kinderopvang en onderwijs). Peter gaat graag de dialoog aan: peter@quebble.com.