De convenantpartijen, ouders, werkgevers en werknemers in de kinderopvang, hebben veelvuldig bij elkaar gezeten om tot een goed pakket nieuwe regels voor de branche te komen. Deze afspraken zijn door het ministerie opgenomen in de Wet IKK, met een concrete uitwerking in een Algemene Maatregel van Bestuur. Ook hier hebben de convenantpartners weer kritisch meegekeken. Dus we zijn het eigenlijk allemaal met elkaar eens en vervolgens snappen we het niet.

Een voorbeeld is de drie-uursregeling. De nieuwe wet zegt: als je tien uur aaneengesloten kinderopvang biedt, mag je drie uur per dag afwijken van de beroepskracht-kindratio. Je moet wel in je pedagogisch beleidsplan vastleggen wanneer je dat doet en het actief communiceren naar je klant.

Brancheorganisatie Kinderopvang wilde dit zorgvuldig uitleggen en maakte een fraai animatiefilmpje met praktische voorbeelden van hoe kinderopvangorganisaties die drie-uursregeling kunnen implementeren. Nog geen dag later kreeg ze al op haar kop van haar convenantpartners, onder andere GGD GHOR, omdat dit niet zou kloppen. Er wordt verschillend gedacht over het van tevoren omschrijven van die drie uren. De brancheorganisatie zegt: geef in je pedagogisch plan aan op welke tijden je nóóit afwijkt van de BKR en in welke tijdvakken je dat eventueel wél doet. Houd het netjes bij en overschrijd nooit de drie uur per dag. Een beetje flexibiliteit om betere kwaliteit te bieden. Als je altijd pauzeert van 12.00 tot 12.30 uur, maar om 12.00 uur beginnen drie baby’s tegelijkertijd te huilen, dan is het wellicht handiger om je boterhammen even uit te stellen. GGD GHOR vindt echter dat je wél precies moet vastleggen wanneer die ‘afwijkuren’ zijn.

Een ander punt waarover de wenkbrauwen alle kanten op vliegen, is het feit dat baby’s voortaan twee vaste gezichten krijgen toegewezen. Er moet dus altijd één van die twee vertrouwde gezichten aanwezig zijn. Maar wat doe je als het tweetal er onverwacht niet is? Eén heeft een vaste vrije dag en de ander meldt zich ziek. Mag je in zo’n situatie afwijken? Of moet je ‘nummer twee’ thuis oproepen en verplichten om te werken?

Omdat er flinke verschillen in interpretatie zijn, vragen managers zich hardop af: hoe controleert de GGD? Wordt het toezicht straks strenger dan de wetgeving eigenlijk vereist? De IKK is een beladen onderwerp. De nieuwe regels worden niet door iedereen juichend ontvangen. Als softwarespecialist ben ik bezorgd. Kinderopvangorganisaties mogen erop vertrouwen dat hun branchespecifieke software de IKK ondersteunt, maar dan moeten we wel weten hoe de regels exact werken. Ik weet het, morgen krijg ook ik e-mails dat ik het niet begrepen heb. Dat nieuwe regels uitleg vergen, is ook helemaal niet gek. Maar je zou als convenantpartijen duidelijkheid moeten geven. Je hebt die regels samen bedacht, geef dan ook samen heldere uitleg. Daarmee voorkom je veel gedoe. En dat gedoe is jammer, want kinderopvangondernemers hebben al genoeg aan hun hoofd.

Peter van Zijl (43) is vader van drie dochters en al jarenlang klant van de kinderopvang. Hij is ook eigenaar van Pelosa (software voor organisaties die actief zijn voor het jonge kind, met name in kinderopvang en onderwijs). Peter gaat graag de dialoog aan: peter@quebble.com